Veelgestelde vragen

Op deze pagina staan de antwoorden op veelgestelde vragen. Staat jouw vraag er niet tussen? Neem dan contact met ons op. We helpen je graag!

Geluid

Bij weinig wind draait een windturbine langzaam en is het geluid nauwelijks hoorbaar. Vanaf windkracht 3 neemt het geluid toe, net als dat van de omgeving; denk aan het effect van de wind op bomen en blaadjes. Dankzij een verbeterd rotorontwerp, geluidsisolatie en een verlaagd toerental is het geluid van windturbines afgelopen jaren teruggebracht. Daarnaast is er wetgeving waarin is vastgelegd hoeveel windmolengeluid er gemiddeld per jaar op de gevel van uw huis is toegestaan. Hiervoor wordt de speciale maat Lden gebruikt.

De geluidsnorm wordt voornamelijk toegepast op de woningen die het dichtst bij de windturbines staan, namelijk die in het buitengebied. De woningen in het dorp bevinden zich op een grotere afstand. Hierdoor blijft het geluid in het dorp ver onder de wettelijke norm, waardoor de kans dat het geluid van de turbines in een woning in Swifterbant merkbaar is, minimaal is.

Volgens de Wet Milieubeheer mag een windturbine gemiddeld per jaar niet meer dan Lden 47 dB(A) (decibel) aan geluid produceren op de gevel van een huis. Dit komt overeen met ongeveer 40 à 41 decibel. Ter vergelijking: regen maakt zo'n 50 dB geluid, vergelijkbaar met een koelkast. Een koffiezetapparaat of elektrische tandenborstel produceert rond de 55 dB. 's Avonds en 's nachts gelden strengere normen: het gemiddelde geluidsniveau mag dan niet meer dan Lnight 41 dB(A) zijn. Dit geluid ligt tussen de rust in een bibliotheek en het zachte gefluit van vogels bij zonsopgang.

Lden, oftewel Level day-evening-night (Niveau dag-avond-nacht), is een maat voor de geluidsbelasting door omgevingsgeluid, berekend over verschillende tijdsperiodes: dag, avond en nacht. Het geluid dat we 's avonds en 's nachts horen, wordt vaak als storender ervaren dan overdag, omdat ’s nachts de omgeving  rustiger is. Daardoor valt het geluid, zoals dat van een windturbine, meer op. 's Nachts gelden hierom strengere normen dan overdag, wat wordt gemeten in Lnight, om de impact van het geluid te beperken en de leefomgeving zo aangenaam mogelijk te houden.

Op de website van RVO vind je uitgebreide informatie over de oorzaken van windturbinegeluid, de geldende wettelijke normen en hoe deze worden gecontroleerd. In windpark Windplanblauw worden de geluids- en slagschaduwnormen strikt nageleefd, zodat de impact op de omgeving zo laag mogelijk is.

Lijnen

De RT-lijn is gesitueerd langs de Rendiertocht en bestaat uit 9 turbines. De bouw en installatie van de turbines op de RT-lijn is vergelijkbaar verlopen met die van de VT-lijn.

De VT-lijn bevindt zich langs de Vuursteentocht en de Klokbekertocht en telt 10 turbines. In maart 2021 is begonnen met de bouw van de windturbines op deze lijn. De werkzaamheden omvatten het hijsen en monteren van torendelen, gondels en rotorbladen. De bouw van een enkele turbine duurde ongeveer zeven werkdagen, waarbij de gehele lijn in een periode van circa drie weken werd voltooid.

Windpark Windplanblauw bestaat uit meerdere lijnen windturbines, waaronder de RT-lijn en de VT-lijn. De namen van de lijnen zijn afgeleid van de nabijgelegen watergangen waarlangs ze zijn geplaatst. Dit helpt bij de identificatie en organisatie van de verschillende secties binnen het windpark.

Over de turbines

Om de opgewekte stroom veilig en efficiënt te leveren aan huishoudens en bedrijven is een speciaal onderstation gebouwd bij Swifterbant. Dit onderstation verzamelt de opgewekte elektriciteit en verhoogt de spanning van 33 kV naar 150 kV, zodat de stroom zonder grote verliezen kan worden getransporteerd via het landelijke hoogspanningsnet van TenneT. Daarnaast zorgt het onderstation ervoor dat de stroom stabiel en betrouwbaar wordt geleverd, zonder verstoringen in het net. Kort gezegd: het onderstation speelt een cruciale rol in het omzetten en doorgeven van windenergie, waardoor groene stroom direct gebruikt kan worden in Nederland.

De voormalige turbines van het Vattenfall park Irene Vorrink zijn deels hergebruikt in sportartikelen. De voormalige turbines op land in het Westelijk gebied zijn deels hergebouwd in landen als Kazachstan en Italië.

De hub van de windturbines weegt ongeveer 75 ton. De hub is het centrale onderdeel van de windturbine waar de drie rotorbladen aan vast zitten. Het verbindt de wieken met de rotor-as die draait wanneer de wieken de wind vangen.

De powertrain van de windturbines van Windplanblauw weegt ongeveer 95 ton. De powertrain is het mechanische systeem binnen de nacelle dat zorgt voor de omzetting van de energie van de draaiende rotorbladen naar elektriciteit.

De nacelle van de windturbines van Windplanblauw heeft een gewicht van circa 91 ton. De nacelle is het bovenste gedeelte van een windturbine dat bovenaan de mast zit. Het bevat de belangrijkste onderdelen van de turbine, zoals de generator, de gearbox (versnellingsbak), en de besturingssystemen die de opgewekte energie omzetten en reguleren. De nacelle is verantwoordelijk voor het draaien van de rotorbladen in de wind om zo energie te genereren.

De hoogte van de windturbines varieert. Er zijn turbines van 134 meter hoog met een doorsnede van de mast van 6 meter aan de onderkant en 4 meter aan de bovenkant. De tiphoogte hiervan is 217 meter. Daarnaast zijn er turbines van 168 meter hoog met een tiphoogte van 249 meter. De bladen van deze windturbines zijn 80 meter lang.

De bladen van de turbines zijn 80 meter lang en wegen 10 ton per stuk. Dat betekent dus 30 ton bladen per turbine!

Slagschaduw

Windplanblauw is zich bewust van de zorgen van omwonenden en heeft, op verzoek van verschillende inwoners, de toezegging gedaan om de slagschaduw op de gevels van woningen in de dorpskern van Swifterbant tot een minimum te beperken (near-to-zero). De windturbines zijn automatisch ingesteld om stil te staan zodra de zon slagschaduw gaat veroorzaken op een woning. Dit proces duurt slechts enkele seconden en zorgt ervoor dat de productie van energie niet onnodig hinder veroorzaakt. Het productieverlies wordt door Windplanblauw opgevangen.

Volgens de wet mag de hinder door slagschaduw niet meer dan 17 dagen per jaar meer dan 20 minuten per dag duren. Op de overige dagen van het jaar mag de hinder maximaal 20 minuten per dag zijn. Deze norm is vastgelegd in de Activiteitenregeling milieubeheer (Activiteitenbesluit).

Wanneer de zon op de mast en rotor van een windturbine schijnt, ontstaat er een (bewegende) schaduw die gedurende de dag met de zon meedraait. Dit fenomeen wordt slagschaduw genoemd. Het kan hinderlijk zijn wanneer deze schaduw over het raam van een woning beweegt, omdat de afwisseling tussen schaduw en zon als flikkering kan worden ervaren. De kans op slagschaduw is het grootst in het voor- en najaar, wanneer de zon lager aan de hemel staat.

Verlichting

Normaal gesproken knippert de nachtverlichting van windturbines. Windplanblauw maakt gebruik van het ADLS-systeem, waardoor de waarschuwingslampen van de windturbines standaard uitstaan en alleen geactiveerd worden wanneer een vliegtuig of helikopter in de buurt is. Voor de omgeving is het prettiger als de lampen niet de hele tijd aanstaan; het vermindert lichtoverlast en geeft een rustiger uitzicht. Bij Verlichting lees je meer over het ADLS-systeem. Sinds begin februari 2025 is de ADLS voor het windpark op land in de testfase. Eind maart 2025 start naar verwachting de testfase van het windpark op het water.

Om te voorkomen dat (sport)vliegtuigen en helikopters in de buurt van windturbines komen, zijn alle windturbines in Nederland voorzien van verlichting. Bij Windplanblauw staan de waarschuwingslampen van de windturbines op het land door het ADLS-systeem standaard uit en worden ze geactiveerd als er een vliegtuig of helikopter in de buurt is. Op een later moment volgt ook uitschakeling van de lampen voor de turbines op het IJsselmeer.

Woningwaarde

In de meeste gevallen is de gemeente het aanspreekpunt voor vragen over woningwaarde en eventuele planschade als gevolg van bestemmingsplanwijzigingen. Omdat Windplanblauw onder de Rijkscoördinatieregeling valt, is het Rijk verantwoordelijk voor het vaststellen van het inpassingsplan (een bestemmingsplan op rijksniveau). Hierdoor is het Rijk ook het aanspreekpunt voor eventuele planschade en behandelt het alle plannen hiervoor. Er is onderzocht of en in welke mate er daadwerkelijk sprake is van planschade door de vaststelling van het Rijksinpassingsplan. Voor het bepalen van planschade werden objectieve criteria gehanteerd, zoals beschreven in de Wet op de ruimtelijke ordening (artikelen 6.1 tot en met 6.3). Sinds november 2024 is het niet meer mogelijk om planschade in te dienen.

Veranderingen in de omgeving kunnen invloed hebben op de waarde van een woning. Dit kan variëren van nieuwbouw en gewijzigde bestemmingsplannen tot de plaatsing van windturbines. RVO heeft onderzoek laten uitvoeren naar de effecten van windturbines op de woningwaarde. Dit onderzoek toont aan dat de aanvragen voor compensatie beperkt zijn en dat de uitgekeerde bedragen relatief laag blijven. Ook de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam hebben onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Hieruit blijkt dat de aanwezigheid van een windturbine binnen een straal van twee kilometer van een woning gemiddeld leidt tot een waardedaling van 1,4 tot 2,3%, vergeleken met woningen zonder turbines in de buurt. Een tweede windturbine veroorzaakt geen extra waardeverlies.